Het DNA van een kampioen

“Ann, weet jij nog waar RNA voor staat?” werd me onlangs gevraagd op een investeerdersevenement in Brussel. Zonder verpinken kon ik me de volledige naam van de macromolecule zonder iteraties voor de geest halen: “RiboNucleic Acid of ribonucleïnezuur” zei ik, “op school geleerd, heel lang geleden.”

Maar eigenlijk ben ik meer geïnteresseerd in DNA (desoxyribonucleïnezuur) en dan vooral in de figuurlijke betekenis van het begrip: een unieke set van kenmerken die je maakt tot wie je bent en die je onderscheidt van anderen. Een begrip dat ook steeds meer bedrijven en merken gebruiken om duidelijk te maken waarvoor ze staan.

Mijn DNA? Zelf ben ik Gentenaar. En nu ook een beetje Buffalo. Want “we” zijn kampioen geworden. Van België. Eindelijk. Voor het eerst in 115 jaar.

DNA of identiteit is geen simpele materie. We zijn wie we zijn, en we vereenzelvigen ons het makkelijkst met een groep die succesvol is. Niemand gaat graag af. Toen Gent nog een vervuilde stad was en de Lieve en de Leie zelfs stonken, liepen we er minder mee te koop. We hadden het toen vooral over de prachtige historische kern en het toffe studentenleven. Na jarenlange inspanningen van het stadsbestuur om van Gent een duurzame, propere, veilige en gezellige stad te maken, zijn we des te meer Gentenaar geworden en wonen we met trots in een van de mooiste steden ter wereld.

Iedereen Buffalo
Het verging de Buffalo’s niet anders. Ooit verguisd als underdog en nu alom bemind. Vandaag iedereen Buffalo. Ook wie geen enkele speler uit het hoofd kan opnoemen, laat staan een gezicht herkennen, ontpopt zich inderhaast tot rasechte supporter en kroont zich mee kampioen. En dat is nog positief ook. Want mensen die deel uitmaken van een groep zijn gelukkiger. Zeker als er succesvolle elementen in die groep zitten. Het succes straalt dan als het ware op je af. Je kan je het DNA van de groep dus eigen maken. Mutatie, zeg maar.

Om eerlijk te zijn, eigenlijk wisten we in Gent dat we gingen winnen. We waren op voorhand al aan het vieren. Zo was mijn zoon van 13 al volledig in het blauw thuis gekomen van school. Een witte stift had ie niet, die had hij vakkundig vervangen door een overdosis Tipp-ex. We gingen winnen met de nadruk op “we”. Onze stad kleurde snel blauw-wit tot diep in de nacht.

Hoe komt dat toch dat we zo in voetbal kunnen opgaan? Het antwoord is simpel: er bij horen, samen een “doel” hebben. En dat magisch ingrediënt wordt des te sterker als die groep vooruitgang boekt of wint. Dan hebben “we” gewonnen. Dan zijn “we” kampioen. Ook al hebben “we” zelf helemaal niets gedaan, behalve dan de Tipp-ex volledig opgemaakt en de kelen schor gekrijst.

Wat nu? Landskampioen worden heeft zo zijn gevolgen. Volgend jaar krijgen we Champions League-voetbal te zien in de Ghelamco Arena. Als dat geen mooi vooruitzicht is. “Eerst de stenen, dan de benen” zijn geen loze woorden gebleken. Maar voor het zover is gaan we eerst aftellen naar de Gentse Feesten. En zo hebben we altijd wel wat om naar uit te kijken in Gent.

En o ja, voor ik het vergeet, we hebben nu ook neuzekens in het blauw. Iets helemaal anders dan Belgische pralines met Griekse namen. Er is nog ruimte voor het creëren van loepzuiver DNA, beste marketeers.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *