Artikel, zoals verschenen in Knack Weekend Zomerspecial. Met dank aan Knack Weekend en journalist Nathalie Le Blanc, 27 juni 2024.
© Chiara Ricciotti
Haar eerste boek, Aroma, was al snel een bestseller, dus begon Ann Galland (60) meteen aan een tweede roman. Na Venetië werd Rome deze keer het decor voor het verhaal. Wij gingen met de Gentse onderneemster en schrijfster op pad in wat niet alleen haar tweede thuis is, maar volgens haar ook de mooiste stad ter wereld.
‘Een villa op een Italiaanse heuvel aan het einde van een laan vol cipressen, met een olijfgaard en een zwembad in de tuin, dat is het soort buitenlandse stek waar veel Vlamingen van dromen’, lacht Ann Galland. We staan in het Centro Storico in Rome tussen volle terrassen, toeristen die hun weg zoeken naar het Teatro di Marcello verder in de straat en Romeinen die zich na de lunch weer naar kantoor haasten. De stad is het decor van haar tweede succesroman, Bitter, en ook de plek waar ze de helft van haar tijd doorbrengt. ‘Maar die landelijke villa’s waren bij nader inzien niet wat ik zocht. Ik heb nood aan een bruisende stad. Dus kozen mijn man en ik als tweede verblijf voor een 15de-eeuws appartement in Rome, een stad waar ik altijd al van gehouden heb.’ Ze wijst omhoog. ‘Die twee bovenste verdiepingen, voorlopig nog even zonder ramen, zijn van ons. Zeven maanden zijn we nu met de grondige restauratie bezig. Het zou in februari klaar zijn, hadden ze beloofd.’ Ze kijkt bedenkelijk. ‘Maar dit is Rome, en het is al juni.’
Oud en interessant
Bureaucratie, vertraging bij aannemers, buren die niet helemaal op dezelfde lijn zitten, iedereen die verbouwt herkent wat Ann vertelt terwijl we door de stad wandelen. ‘Alleen is verbouwen in een deel van Rome dat door de Unesco is uitgeroepen tot historisch erfgoed en waar absurd veel regels gelden, net iets complexer. Alleen gecertificeerde aannemers mogen in dit soort panden aan de slag en je hand wordt de hele tijd vastgehouden door tal van openbare instanties die zich graag maar traag bemoeien. Ik wist dat het ingewikkeld zou zijn maar heb geen spijt van onze beslissing. Ik wilde een oud, interessant pand, iets wat je niet in elke andere stad ter wereld zou kunnen vinden, en een middeleeuws gebouw in het Joodse kwartier van Rome voldoet aan al mijn wensen. We hebben geluk gehad, want Italianen houden de meeste gebouwen in de familie, waardoor er weinig op de markt komen. ‘
‘Wij kochten dit van een diplomaat die een vijftal panden bezit en er dus wel eentje kan missen. Ik hou van de energie van deze stad, van het feit dat het maar een korte vlucht van mijn andere thuis in Gent ligt en ik hier overal te voet of met het openbaar vervoer raak. Natuurlijk is een stad druk, maar zo’n oud pand geeft ook rust. Zeker op het terras vol planten, met uitzicht op een van de immense strijdwagens boven op het Altare della Patria. Nu ja, nu even niet, want dat terras staat vol met bouwmateriaal en mijn jasmijnplant is op sterven na dood.’
In een ideale wereld woont Ann de helft van haar tijd hier en dat lukte de laatste 2 jaar aardig. Ze weet nog exact wanneer ze de sleutels van haar middeleeuwse stek kreeg. ‘Het was op 20-2-2020, om 2 uur.’ Ze lacht. ‘We zijn blij naar België teruggereisd, maar een week later ging de wereld op slot omwille van covid. Pas in de zomer van 2021 vonden we een architect, Nicola Afan de Rivera Costaguti, die gespecialiseerd is in historische gebouwen en zelf in het Palazzo Costaguti hier om de hoek woont. Ondertussen zijn we goede buren geworden. ‘
© Chiara Ricciotti
‘We gingen meteen aan de slag: een paar kleine renovaties, voorlopige schilderwerken en een nieuwe keuken. In Italië is je keuken namelijk geen deel van het onroerend goed, je neemt die gewoon mee als je verhuist. Zeven maanden geleden begonnen we aan de grondige restauratie, met dakwerken, nieuwe ramen, nieuwe badkamers, airco en gevelrenovatie. De laatste tijd logeren we dus als nomaden telkens in een ander onderkomen als we hier zijn. Het was een risico, zo’n aankoop, maar ik denk dat het einde in zicht is.’ Ze haalt haar schouders op. ‘Nu ja, dat zei ik twee maanden geleden ook al. In Rome moet je flexibel zijn.’
Grazie mille corona
Rome was niet alleen Anns droomstad om in te wonen, het is ook de plek waar haar tweede boek Bitter zich afspeelt. In haar eerste, Aroma, nam ze de lezers mee naar Venetië. ‘Ik dacht dat ik maar één keer een boek zou schrijven, en wou daarvoor de perfecte setting’, lacht ze. ‘Ik ken Venetië goed, en kom er bijna elk jaar voor de Kunst- of Architectuurbiënnale. Het is een prachtige plek waar bezoekers vaak alleen de heel bekende plekken bezoeken, en in een verhaal kon ik ook andere, verrassende elementen van de stad aan bod laten komen.’ ‘
Schrijfster worden was geen kinderdroom, vertelt ze in de taxi naar de Coppedè-wijk, waar ze op dit moment aan haar derde boek werkt. ‘Archeoloog, dat wou ik worden, maar dat vonden mijn ouders geen goed idee. Mijn tweede optie was handelsingenieur, maar daarvoor moest ik op kot in Antwerpen, en dat mocht ook niet. Het werd licentiaat vertaler, iets wat geen kwaad kon en waar ik nog alle richtingen mee uit kon. Daarna ging ik naar Vlerick en de London Business School. Door mijn eerste job bij Wang Computers, op dat moment het derde grootste computerbedrijf ter wereld, kwam ik in een technische omgeving terecht, en na een paar jaar Dow Chemical reisde ik voor Barco als marketingdirecteur twaalf jaar de wereld rond. Dat klinkt glamoureuzer dan het was. Beurzen, vergaderingen, het was vooral werken. Ik ben een paar keer op vijftig kilometer van de Taj Mahal geweest, maar heb het mausoleum nooit gezien. Ik had ook twee kleine kinderen, en miste veel verjaardagen en feestjes, dus besliste ik om samen met collega’s een strategisch marketingbedrijf te beginnen.’
Een roman schrijven stond ondertussen al een tijdje op haar verlanglijstje. ‘Ik was van kinds af aan een enthousiaste lezer en verhalen vertellen was mijn tweede natuur. Al voor de covidcrisis had ik een honderdtal pagina’s voor een roman waar ik tevreden over was. Ik ben zeer positief ingesteld, en probeer van zelfs van moeilijke situaties het beste te maken. Toen alle projecten wegvielen en ik thuis moest blijven, zag ik dat als een kans om dat boek verder uit te werken. Ik heb Aroma dus te danken aan de pandemie.’
Competitief kantje
Uiteraard worden er mensen verliefd, harten gebroken en vriendschappen gesloten in Anns boeken, maar er worden ook bedrijven geërfd, investeringen gedaan en imperia uitgebouwd. ‘Mijn boeken stralen een zeker feelgood-gehalte uit, maar ik vind dat idee van ondernemerschap ook belangrijk. Zeker voor vrouwen wil ik dat in de verf zetten. De zakenwereld is nog heel mannelijk, ik was vaak de enige vrouw op directieniveau en dan pas je je aan.’
‘Ik stond bekend als een harde madam, mijn bijnaam bij Barco was The Iron Lady. Streng maar rechtvaardig. Ik vond het een compliment. Maar schrijven heeft bij mij een zachtheid naar boven gebracht die ik in mijn job nooit heb kunnen tonen. De bagage uit mijn marketingcarrière draag ik mee, en mijn gedrevenheid is hetzelfde gebleven, maar ik vind het combineren van die zakelijke manier van denken met het creatieve van het schrijven moeilijk. Daarom dat ik mijn zaak aan het afbouwen ben, en voluit voor het schrijven ga.’
Aroma stond van juni tot oktober 2022 in de top tien van meest verkochte boeken, en in de lente verscheen Bitter, dat zich afspeelt in de buurt waar Ann woont. Ook dat boek verkoopt als zoete broodjes. ‘Of ik dat succes verwacht had?’ Ze schudt het hoofd. We wandelen ondertussen door Coppedé, een architecturaal interessante wijk van Rome waar amper toeristen komen. ‘Ik kende niets van de uitgeverswereld en wist niet wat te verwachten. Schrijven kon ik, als linguïst die voor mijn job vaak teksten schreef. Ik won zelfs ooit een prijs voor ‘beste jaarverslag’. Maar dat wil nog niet zeggen dat je een roman kan schrijven. Personages uitwerken, een verhaallijn plotten, losse eindjes vastknopen, ik heb het voordeel dat ik goed kan plannen. En ik geniet daar ook van. Elk personage wordt helemaal uitgewerkt, tot in de details als verjaardagen toe, ook al komt al die informatie niet eens in het boek terecht.’
‘Soms loop ik weleens vast in de research. Zo heb ik voor Bitter zo eindeloos veel gelezen over comapatiënten en witwaspraktijken dat ik soms niet aan schrijven toekwam. Mijn nieuwsgierigheid is groot, dus ik geniet van dat opzoekingswerk. Het voelt als een soort investering.’ De inspiratie zit soms in een klein hoekje. De aanzet voor de plot van Bitterkwam hier op de Viale Regina Margaretha. Ik zag een gloednieuwe Ferrari met gierende banden aankomen aan een chic maar louche restaurant. Mijn vrienden lachten dat ik daar beter nooit zou binnengaan. En kijk, ik was vertrokken.’
Dat haar eerste boek meteen een daverend succes was, wakkerde haar motivatie nog aan. ‘Schrijven was een droom, en ik vergeet nooit het moment dat ik voor het eerst mijn boek in de winkel zag liggen. Toen bleek dat mijn boek zijn weg naar heel wat lezers vond, kwam mijn competitieve kantje toch weer boven. Ik zie schrijven niet alleen als een creatieve uitlaatklep, maar ook als een serieus project met een deadline. Maar dan nog is er geen succesformule. Veel boeken verkopen in Vlaanderen of Nederland amper meer dan 100 exemplaren. Een ijzersterk verhaal bedenken, geen steken laten vallen, zelf geloven in je verhaal en de promotie voor een deel in handen nemen, al die dingen helpen, maar je moet ook geluk hebben. Toch geloof ik: wie goed doet, goed ontmoet.’
Schrijven over het goede
In een van de indrukwekkende gebouwen in Coppedè werkt Ann op dit moment volop aan haar derde boek, deze keer samen met een coauteur. ‘Giovanni Imbergamo is een Romeins advocaat én een vriend, we schrijven het boek meteen in het Italiaans en Nederlands. Het is het verhaal van Giulia, een advocate die een complexe erfeniszaak behandelt.’
Met uitzicht op de stad vertelt ze dat goedheid een bewust thema is in haar verhalen. ‘Dat niet iedereen het altijd goed met zijn medemens voorheeft, staat centraal in heel wat verhalen. Ik kies ervoor om bewust ook te schrijven over hoe de keuzes die je maakt, je pad bepalen, en hoe het er dus op aankomt om de juiste keuzes te maken. Die positieve instelling heb ik zelf, ik ga ervan uit dat je altijd terechtkomt waar je moet zijn, als je eerlijk bent en je best doet. Soms moet je een lange omweg maken en soms kost het bloed, zweet en tranen, dat wel. Ik denk dat goed proberen doen zo’n beetje mijn levensfilosofie is. Dat, en kansen grijpen als je ze krijgt. Mensen zien groeien, dat is iets waar ik oprecht blij van word. In mijn verhalen en in een professionele omgeving, uiteraard, maar vooral ook met mijn kinderen.’
“Schrijven heeft bij mij een zachtheid naar boven gebracht
die ik in mijn job nooit heb kunnen tonen. “
Ann Galland
Als het over haar gedrevenheid en levenshouding gaat, dan kijkt Ann terug naar haar eigen opvoeding. ‘Mijn ouders vonden dat je een kind niet mag tonen dat je het graag ziet, want dan verwen je het. Knuffels, complimenten, die waren er niet. Ik ben er in alles in mijn leven helemaal voor gegaan, en heb altijd geprobeerd om het beste van mezelf te geven. Ik heb een succesvolle carrière gehad in de bedrijfswereld, mijn twee boeken doen het goed, ik ben een historisch pand aan het renoveren, dus ik heb het gevoel dat ik wel iets kan, maar ik heb nooit een proficiat gekregen van mijn ouders.’
‘Toen mijn kinderen geboren werden, wist ik dat ik het anders zou doen. De eerste keer dat mijn moeder me met mijn dochter bezig zag, zei ze dat ik moest oppassen, want dat ze me boven het hoofd zou groeien als ik haar te veel zou verwennen. Ze kreeg ongelijk. Mijn kinderen weten hoeveel ik van hen houd, ik zeg het én toon het vooral.. En nee, ze zijn helemaal niet verwend. Het mooiste cadeau dat ze me dagelijks geven, is dat het aangename, mooie jongvolwassenen zijn.’
Jongvolwassenen die hun moeders nieuwe boeken als eerste lezen en hun kritiek niet sparen, zo blijkt. ‘Als een bepaald personage mijn dochter Vita niet ligt, dan denk ik daar over na, en soms pas ik mijn verhaal aan,’ lacht Ann. ‘Of als mijn zoon Victor een thema in vraag stelt, dan probeer ik het te bekijken vanuit zijn perspectief. Het is een andere generatie. Ze geven me inzichten. Een van mijn mindere kantjes? Ik heb de neiging om bij alles wat ik doe rekening te houden met anderen. Misschien wel te veel rekening. Zo schreef ik in het begin enkel nadat al het andere werk aan de kant was. Te weinig dus. Ik wil vooral niemand te kort doen.’
Stille trots
Anns moeder overleed een paar maanden geleden, maar het afscheid duurde al veel langer, want ze was al acht jaar dement. ‘Dat was zwaar. Wat je ook vertelt, er is geen echt contact meer. Haar dood was niet onverwacht, en ergens dacht ik dat de pijn dan ook zachter zou zijn. Maar dat is niet zo, het komt nog altijd heel erg binnen. Mijn vader is ondertussen 92, en stelt het goed. Hij is nog altijd scherp van geest, en weet exact wat er gebeurt in de wereld. Van de mensen in het woonzorgcentrum hoor ik dat hij trots is op mijn succes als schrijfster, maar zelf vertelt hij me dat niet.’
Voor haar verhalen put Ann nooit rechtstreeks uit haar omgeving. ‘Geen een van mijn personages is een kopie van mensen die ik ken, maar uiteindelijk schrijf je over dingen die je kent, die je hebt meegemaakt of gevoeld. En je doet er dan mee wat je zelf wilt. De band tussen moeder en kind vind ik fascinerend, dus daar zal ik altijd wel over schrijven. En als je zelf verhalen schrijft, dan zet je de wereld die je creëert naar je hand. Vandaar misschien dat Giulia, het hoofdpersonage van mijn derde boek, een zeer goede relatie heeft met haar moeder. Eentje zoals ik ze zelf graag had gehad, eigenlijk.’
Het Rome van Ann Galland
Ontbijten doe ik graag bij Gran Caffè Rione VIII, vlak bij waar we wonen. (Via di S. Maria del Pianto 59)
Mijn favoriete adres voor een diner is Bottega Tredici, een supersympathiek adres waar drie jonge kerels een unieke interpretatie van de Romeinse keuken serveren. (Via dei Falegnami 14)
Wie van een moderne, minimalistische keuken houdt, kan ik Acquasanta aanraden, zij doen dat in Rome als de besten, met een menu vol heerlijke vis. (Via Aldo Manuzio 28, Testaccio)
Ook minimalistisch en inventief is Retro-Bottega. Food is the drug, zeggen ze zelf, en ze nodigen regelmatig gastchefs uit. (Via d’Ascanio 26a)
Mag het ongedwongen, dan gaan we naar Sorpasso, in de buurt van het Vaticaan, waar ze de beste parmigiana di melanzane van de stad serveren en een interessante wijnkaart hebben. (Via Porperzio 31)
Zin in een rooftopervaring? Dan is Terrazza Borromini, met een adembenemend zicht op Piazza Navona en de koepels van Rome, mijn favoriete plek. (Via di Santa Maria dell’Anima 30)
Ben ik op zoek naar heerlijke verse kazen, groenten, olijfolie of wijn van de lokale Lazioboeren, dan wandel ik in het weekend naar de Mercato di Campagna al Circo Massimo (Via di S. Teodoro 74)
Op het einde van mijn straat zit het Teatro di Marcello, een van de boeiendste sites in de stad, omdat je daar echt alle lagen van de geschiedenis ziet, met kerken, tempels en een Romeins theater.
De Coppedè-wijk is een van Romes best bewaarde geheimen, een charmante buurt vol huizen in een soort mix-and-match-stijl, allemaal in het begin van de vorige eeuw gebouwd door architect Gino Coppedè. Mijn favoriete eetadres is Osteria Chiana, waar ze een eenvoudige maar lekkere Romeinse keuken serveren. (Via Agri 25)