Die middag zat ik met een collega in de Vitrine in Gent. Letterlijk in de Vitrine, voor het raam. En dat op de Brabantdam. Wie Gent en de buurt van het glazen straatje kent, denkt nu “waar gaat dat heen?” Wie Culinair Gent kent, weet beter.
Nu heb ik al vaker aangeschoven in het overheerlijke restaurant van Kobe Desramaults, dus niets bijzonders op het eerste gezicht. Maar deze middag was er geen plaats meer in het restaurant. We konden wel nog twee plaatsjes krijgen aan de bar vooraan waar je anders eventueel het aperitief kan nemen. Met het keuze tussen eten aan de bar in de Vitrine of niets, hebben we die eerste optie dan ook in dank aanvaard.
Het menu was zoals gewoonlijk meer dan in orde, de laagdrempelige vlotte aanpak ook. Ik hou daar van. Voor alle duidelijkheid, ik ben absoluut geen culinair recensent en heb daar ook de ambitie niet toe. Ik ga me dus niet wagen aan vergezochte beschrijvingen van hemelse bereidingen en complexe smaakpaletten. Dat laat ik aan anderen over. Ik weet op mijn eigen nonchalante manier een zaak waar je kan genieten van topgastronomie aan betaalbare prijzen, gewoon te waarderen door er vaak terug te komen. Voor mij was het deze middag dus ook weer prima. Het smaakte. Meer moest dat niet zijn.
Waar wil ik het dan wel over hebben? Over de jonge kerel achter de bar.
Die middag stond er een jongeman achter de bar waar ik – zonder ik dat eigenlijk wou – de veelzijdigheid van op de eerste rij heb kunnen zitten bewonderen. Correct, beleefd, to the point, alert, oog voor detail, vragen op het juiste moment, antwoorden juist lang genoeg en accuraat. De ene handeling al zo professioneel als de andere: op tijd afruimen, bijvullen, subtiele aangename pogingen tot upselling, vlotte niet storende bezigheden van aperitief-hapjes tot en met truffels bij de koffie. En met de glimlach. Geen spoor van zenuwen op drukkere momenten, geen spoor van verveling bij rustigere. Geen enkel moment viel hij uit zijn rol.
Goeie voorbereiding op alle mogelijke scenario’s of waar natuurtalent? Ik vroeg het me toch even af. Ik ga ervan uit dat er bij de Vitrine zeker aan dat eerste gewerkt wordt, maar denk toch ook dat de kerel in kwestie een brok natuurtalent is. Naast alles wat ie onopvallend en als vanzelfsprekend perfect deed, nam hij ook vlotjes “la langue de Voltaire” in de mond om het middagmaal van de Franstalige gasten rechts van ons zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. Ze genoten. Hij had ook een vriendelijk luisterend oor voor de verzuurde smaakpapil die links van ons aan de bar zat en die het hoofdgerecht ronduit flets en smaakloos vond. De man in kwestie had het gerecht wel zwaar bij gepeperd nog voor hij een hapje had geproefd. Ook dit minder fortuinlijke moment van breed uitgesmeerde kritiek wist onze jongeman met een ongedwongen flair mooi te kanaliseren.
Ik weet niet hoe de jongeman heet, maar het is een prachtkerel voor een horecazaak. Ik zou dus durven zeggen: Proficiat Kobe, niet alleen met de lekkere gerechten, maar ook met de goeie sfeer die je mensen op een opvallend onopvallende manier weten te brengen. Dat is een niet te onderschatten onderdeel van de culinaire ervaring.
Als ik volgende keer een tafeltje boek in de Vitrine vraag ik misschien meteen of het ook aan de bar kan.
Zeer smakelijk verhaal dat een mens goesting doet krijgen om een keertje op dit adres langs te gaan en de man in levende lijve te zien.